Het woord ‘radio’ is weinig terug te vinden in de verkiezingsprogramma’s van de politieke partijen, blijkt uit een analyse. Maar wat willen de partijen met de publieke omroep (NPO), en in het bijzonder met de publieke radiozenders? Of NPO Radio 1 t/m NPO Radio 5 en FunX meer geld krijgen of juist moeten vrezen voor hun voortbestaan, lees je in onderstaand overzicht.

“De NPO houdt standaard radiozendtijd vrij voor het programmeren van jazz- en wereldmuziek om zo een goede afspiegeling van de Nederlandse cultuur te vormen. Ook wordt er vooral nieuwe muziek gedraaid, van Nederlandse muzikanten.” Het is het standpunt van de Partij voor de Dieren (PvdD), dat als zo’n beetje de enige partij specifiek ‘radio’ noemt in het verkiezingsprogramma.

VVD, PVV en FvD

Veel andere politieke partijen noemen de NPO wel, maar daarbij gaat het vaak over de gehele publiek omroep, waarbij vooral de focus ligt op tv. De VVD, nu nog de grootste partij, wil rigoureus in de publieke omroep snijden. Uit de doorrekeningen van het Centraal Planbureau (CPB) blijkt dat de VVD het budget van de NPO met 400 miljoen euro wil korten. Het budget zou daarmee met 40 procent afnemen. De VVD stelt dat de bezuinigingen noodzakelijk zijn voor ‘een efficiëntere besteding van publieke middelen’.

De PVV wil dat de financiering van de NPO ‘geheel wordt beëindigd’ en FvD wil dat er “een ingrijpende sanering plaatsvindt in de budgetten van de publieke omroep”. De partij van Thierry Baudet wil ook dat partijlidmaatschappen van bestuursleden, presentatoren en netmanagers van de NPO openbaar worden.

JA’21, NSC en BBB

JA’21 wil dat het budget van de publieke omroep wordt gehalveerd. “De NPO kost jaarlijks meer dan de marine en hoopt de komende periode elk jaar meer dan een miljard te krijgen. De halvering van het budget past bij teruglopende interesse voor lineaire televisie en de opkomst van streamingdiensten. De NPO kan worden teruggebracht naar één net”, schrijft de partij.

NSC van Pieter Omtzigt wil het aantal tv-zenders terugbrengen van drie naar twee, maar over radio schrijft de partij niets. De BBB heeft alleen een standpunt over regionale en lokale omroepen – die wil het verstevigen – maar niet over de NPO als landelijke koepel.

D66, GL-PvdA en SGP

De meer linksere partijen willen over het algemeen juist méér geld uittrekken voor de publieke omroep. Maar D66 wil wel dat er wat verandert. Zo moeten er minder omroepen komen, met meer ruimte voor producenten van buitenaf. Ook wil de partij van Rob Jetten dat de publieke omroep reclamevrij wordt. “Ter compensatie krijgt de NPO extra staatsinkomsten.”

Ook GroenLinks-PvdA pleit voor een NPO vrij van commercials. “Ons doel is een reclamevrije publieke omroep, waar cultuur, educatie, nieuws en betrouwbare informatie vooropstaan. We maken alle producties van de publieke omroep op internet gratis toegankelijk en er komt een volwaardig nationaal media-archief.”

De SGP is eveneens voorstander van een reclamevrije publieke omroep. “Het aanbod van de publieke omroep kan doelmatiger en kernachtiger. De televisiezender NPO 3 moet verdwijnen. De publieke omroep moet reclamevrij zijn”, aldus de partij.

CDA, CU en VOLT

Helemaal reclamevrij hoeft de NPO wat betreft het CDA niet te worden, maar: “Om overvloedige reclame op de publieke zenders tegen te gaan werken we aan het stapsgewijs halveren van reclame op de lineaire kanalen van de publieke omroep.”

De ChristenUnie wil juist af van het getouwtrek over de budgetten van de NPO. “De publieke omroep is heel waardevol als een plek van onafhankelijk en pluriform media-aanbod. Om de publieke opdracht die de NPO heeft waar te kunnen maken is een stabiele financiering nodig, die niet afhankelijk is van reclame-inkomsten. Het minimumbudget blijft in de wet verankerd, om te voorkomen dat de financiering van de publieke omroep voorwerp wordt van ad hoc politiek besluitvorming.”

VOLT wil dat een deel van de zendtijd van de NPO wordt besteed aan Europese programma’s. De partij wil ook uitbreiding van de zendtijd voor politieke partijen.

Foto: Flickr / Elger van der Wel