Home Landelijke radio Interview met Robert Jensen

Interview met Robert Jensen

‘Het nieuwe Yorin FM’ is alweer bijna twee maanden bezig. Met Henk Westbroek in de morgen is afgelopen maandag de laatste stap gezet in de vernieuwing van de zender. Een ander muziekformat en een programmering met jonge djs en drie grote namen als peilers wil Yorin FM een flink marktaandeel behalen. Eén van drie peilers en directeur Robert Jensen werd voor diverse regionale dagbladen geïnterviewd.

“Luisteraars denken vaak dat het enkel lachen, gieren en brullen is. Dat wordt het ook wel, maar het is heel anders dan lullen in de kroeg. In een uitzending móet je. Ik maak al twaalf jaar professioneel radio, maar voor elke uitzending is er die spanning. Wat moet het nu weer worden vandaag? Meestal vliegt de tijd voorbij, maar soms moet ik het echt uit m’n tenen trekken en voelt elke minuut als een uur.”

‘Mylène de la Hoer’ hoeft hij niet op te diepen, die woordspeling op Mylène de la Haye flapt hij er zo uit, zoals hij ook schaamteloos radiocollega’s kan afzeiken. „Ik zeg niet alles wat ik denk, ik filter wel, maar die filter staat nooit scherp.” Het zijn de grove kwalificaties en praatjes over poep en tieten (hij voelde in een tv-uitzending de siliconenborsten van Patricia Paaij) die hem gehaat maken. „De scheidslijn ligt ongeveer bij de veertig jaar. Veel mensen daarboven zijn van de politiek correcte generatie en die is dom, echt dom. Zij hebben niet de intelligentie om te begrijpen dat zulke uitspraken nergens op slaan. De jongere generatie kan veel beter relativeren.” Hij heeft het uiterlijk van een knuffelbeer, maar kan zomaar toeslaan. De lolletjes van Jensen kunnen kerven in de ziel. Vijf jaar geleden is het dat Mylène de la Haye met een filmploeg onaangekondigd zijn studio betrad met de vraag waarom hij zoveel lulde en zo weinig plaatjes draaide. „Ze kwam hier binnen met die arrogante televisie-houding van ‘wij zijn alles en jullie maken gewoon een beetje radio’. Tijdens de uitzending! Dat doe je niet!” Haar attitude kan hem nog steeds opwinden. Dat De la Haye na vijf jaar nog steeds boos is over het feit dat ze de deur werd gewezen met de tekst ‘Ga je paard pijpen, opgerot nu’, kan hij zich niet voorstellen. ‘Vrij van geest’ heet dat bij Yorin FM, het radiostation waar hij sinds 1 juni creatief directeur is en op elke werkdag van drie tot zes uur te horen is. „Mensen moeten helemaal zichzelf kunnen zijn en daarvoor durven gaan”. Schaamteloos maar niet grenzeloos. „Ik ben geen fan van die echte gangsterrap waarin wordt opgeroepen agenten te vermoorden of dat lekkere wijf te verkrachten. Alles wat oproept tot geweld, vind ik te ver gaan. Al sluit ik niet uit dat dj’s die teksten over tien jaar uitspreken. Ik zal het niet doen.”

Als creatief directeur is Jensen verantwoordelijk voor de positionering en uitstraling van Yorin FM en de vrouwelijke tegenhanger RTL FM. Grote concurrenten zijn Sky Radio, Radio 538, Radio 3, Noordzee en Veronica. Binnen twee jaar wil hij met Yorin FM tot de top drie behoren van zijn doelgroep: luisteraars tussen de 20 en 34 jaar. Kwestie van onderscheiden. „Er zijn tien stations op de FM-band. Overal gebeurt ongeveer hetzelfde. Vraag is dus hoe je eruit springt. Je kunt anders zijn door je muziekkeuze, door je humor en door je opinie. RTL FM valt op omdat het een meer vrouwelijke, rustige zender is met ook vrouwelijke presentatoren. Wat dat uitmaakt? Ze draaien meer muziek en zullen geen boer of scheet laten of vertellen dat ze zo lekker hebben geneukt gisteravond.” „Yorin FM onderscheidt zich in muziekkeuze en attitude. Wij brengen alleen pop en rock en vinden de vrijheid van geest heel belangrijk. Bij ons kun je helemaal vrij opereren. Er zit geen rem op. Die voelde ik wel bij Noordzee. Daar zijn momenten geweest dat ik moest uitleggen waarom ik iets deed. Zij wilden dat ik minder sprak, terwijl ik soms twintig minuten wil doortrekken over een onderwerp. Het wrong, een beetje als een korset. Yorin FM is meer dan een muziekstation. Het is een attitude: opvallend, alert, scherp en echt.”

Mensen die zijn manier van radio maken ‘afzeikradio’ of ‘shockradio’ noemen, vindt hij gemakzuchtig en heel dom. „Die types willen gewoon een label plakken. Ik leg altijd een open sfeer neer, maar niet iedereen kan daar mee omgaan. Sommige mensen gaan nep doen en daar heb ik wel moeite mee, ik wil wel een bepaalde echtheid. Maar ik ga nooit een programma in met het plan om mensen te shockeren. Ik praat ook over de Amerikaanse verkiezingen, met Erica Terpstra of een kwartier met Ronald Jan Heijn over leven na de dood.” Het hoeft niet altijd leuk te zijn. „Ik ben zelf ook bezig met existentiële vragen. Ik heb een heel spirituele beleving. Het klinkt misschien als een cliché, maar de vragen des levens houden me bezig.” Erover praten valt niet mee. „Dan moet je nog drie uur terug komen.” Een poging. „Als je ooit bij een stervende hebt gezeten, dan zie je een bepaalde geest afscheid nemen, je ziet iemand loslaten en dan ga je door naar iets. Ik geloof dat het leven een gedeelte is van een reis. Alles waar je je aan vasthoudt, waar je je ego aan ontleent, heeft niet de waarde die we eraan geven. In dat grote perspectief zie ik de dingen. Wat ik doe, wil ik wel goed doen, maar ik neem mezelf niet te serieus. Veel mensen doen dat wel, daar komen dan ook oorlogen van.” Hij is niet religieus opgevoed. De levensvragen drongen zich op zoals ze dat doen bij bijna elke jongere en werden dwingend toen hij ongeveer alles had wat zijn hart begeerde, maar toch niet bijster gelukkig was. „Ik was 24 jaar, professioneel dj en programmadirecteur bij Veronica. Heel veel dromen waren uitgekomen, toch bracht het me niet wat ik dacht dat het me zou geven.” „Is dit het nou, dacht ik? Sindsdien probeer ik niet meer te verdrinken in m’n werk. Ik kon me verliezen in één jingle, details slokten me helemaal op. Nu heb ik meer oog voor het totaalplaatje. Ik kan ook heel goed niks doen, gewoon existeren. Ik denk dat ik tachtig procent van de wakkere tijd besteed aan werk, tien procent aan Jimmy Woo (hippe discotheek/club in Amsterdam) en tien procent thuis voor de buis zit of op reis ben.”

„Ieder jaar ga ik twee, drie weken alleen op reis. Naar Azië, Afrika, waar dan ook. Heerlijk. Mensen vinden dat vaak vreemd, vragen me of ik dan niet eenzaam ben. Ik ken geen eenzaamheid. Het is niet zo dat ik niet met andere mensen kan. Ik ga veel uit, heb overal in de wereld vrienden, maar de meest intense momenten heb ik op reis, in m’n eentje.” „Het lijkt wel of er een taboe op zit om dingen alleen te doen. Je wordt maatschappelijk opgejaagd om een partner te vinden en kinderen te krijgen. Ik sluit het vaderschap helemaal niet uit. Ik zou ook geen moeite hebben met een vrouw die al kinderen heeft, maar ik heb geen haast. Het single-zijn bevalt me wel.”

„Ik geloof wel in de grote romantiek, een soulmate voor het leven. Een krampachtige zoektocht naar een partner houd ik niet. Het komt wel. Ik geloof in voorbestemde dingen, maar ben ook alert genoeg om het toeval niet te missen. Het is de magie van het leven om op dat moment de lef te hebben om in te springen.” „In zekere zin heb ik wel een soort bindingsangst. Dat vind ik ook niet ongezond. Ik hou van vrijheid. Je moet kritisch zijn over een partner, want voor je het weet zit je in een centrifuge waar je niet meer uit komt.”

Jensen kan het goed met zichzelf vinden. Altijd zo geweest. Als hij niet aan het badmintonnen was, zat hij als tiener in z’n eentje op z’n kamer te pielen met een bandrecorder, mengpaneel en pick-up. „Als ik m’n moeder de trap op hoorde komen, hield ik altijd even stil. De programma’s die ik maakte, liet ik niemand horen. Ook m’n broers niet (de jongste, Frank, is ook dj bij Yorin FM). Daar maakte ik wel muziekbandjes voor, maar niet met mijn stem erop.” „Radio werd m’n beste maatje. Het was een manier om me te uiten en te zoeken naar een grotere wereld. Ik heb de dingen die ik doe nooit gedaan om beroemd te worden. Ook niet om gehoord te worden of m’n muzieksmaak uit te dragen. Geld maakte me ook geen reet uit. Ik heb voor het minimumloon gewerkt. Voor mij was en is het een uitdaging om met je stem, muziek en wat apparaten een schilderij te maken. In eerste instantie voor mezelf. Ik had een visie op hoe radio moest klinken en zijn. Nu ben ik inmiddels strategischer geworden en wil ik ook zoveel mogelijk luisteraars bereiken.”

Op z’n achtste al wist hij al dat hij bij de radio wilde werken. „De middelbare schooltijd was daarom verschrikkelijk, een soort gevangenschap. Ik had er niets te zoeken, ik wilde wat anders. We gingen vaak op vakantie bij familie in Toronto en dan luisterde ik altijd naar de Noord-Amerikaanse radio. Zo moet het, dacht ik, wat wij doen in Nederland is achterlijk.” „Ik heb mijn ouders tot wanhoop gedreven, ging steeds met de hakken over de sloot over, maar had een goede eindsprint op de havo. Toen ik hen zei dat ik bij de radio wilde werken, zeiden ze: zeker als technicus? Nee, antwoordde ik, als diskjockey. Dat was even wennen, maar sindsdien hebben ze me alleen maar gesteund. Ze hebben de dingen die ik doe nooit afgekeurd. Ze begrijpen gewoon dat de tijden en het taalgebruik veranderen.”

Sinds twee jaar heeft hij ook een eigen talkshow op televisie. „Televisie was één van de grootste bergen die ik moest beklimmen. Een talkshow is het moeilijkste wat er is. Jijzelf met een gast. Ik ben best trots dat het is gelukt. De beste televisie maak ik met mensen die niet bang zijn om ergens voor te gaan. Mensen als Patty Brard en Pim Fortuyn. Zij gingen zitten en er gebeurde wat.” Populair dj, directeur, miljonair, een eigen talkshow en toch pas 31 jaar. Liggen verveling en verleiding van drugs op de loer? „Ik gebruik geen drugs. Ik kan niet eens inhaleren. Tien jaar geleden heb ik twee keer spacecake gegeten. Het ene weekend was het fantastisch, maar het andere vreselijk. Sindsdien heb ik het nooit meer gebruikt. Aan coke begin ik al helemaal niet, ik heb zoveel mensen naar de klere zien gaan. Als ik wil vluchten, doe ik dat wel met een reis naar een andere wereld. Met drugs ontsnap je niet, je verdooft.” Jensen heeft geen tijd en zin om weg te suffen. Door zijn werk bij Yorin FM en RTL FM staat televisie even op een laag pitje, maar de dromen zijn er. „Je mag alles van me weten, maar niet m’n dromen. Als ze concreet worden, ben ik niet te stoppen. Maar als ik ze uitspreek, komen ze niet meer uit. Er gaat nog veel meer gebeuren, ik heb het gevoel dat ik pas ben begonnen.” [bron: BN/DeStem]