Home Landelijke radio OHM hoopt op meer zendtijd

OHM hoopt op meer zendtijd

de Organisatie Hindoe Media (OHM) hoopt volgend jaar meer uitzendtijd te krijgen op de Publieke Omroep. Dat zegt directeur Ruud Chander van de omroep tegen Spreekbuit. Het zou voor de omroep een mooie opsteker zijn omdat het op 3 oktober precies tien jaar bestaat. “In 1993 hebben we na veel onderhandelen en praten met de overheid een zendmachtiging gekregen”, vertelt Chander. “Er waren destijds ongeveer 100.000 Hindoes in Nederland. In 2005 worden de nieuwe concessies weer toegekend en er zijn volgens onze tellingen meer dan 200.000 Hindoes, het Commissariaat van de Media houdt het op 120.000 tot 130.000. Dus als we het Commissariaat kunnen overtuigen, zit er wellicht meer zendtijd in.”

OHM maakt nu nu twintig uur televisie per jaar en honderdvier uur radio. En dat vindt de omroep eigenlijk te weinig. Maar ondanks dat vindt Chander wel dat hij wat heeft bereikt. “We hebben wekelijks gemiddeld zo’n 100.000 kijkers. Dat vind ik veel, gezien het uitzendtijdstip van 13:00 uur op zondag. We hebben Hindoes een duidelijk gezicht gegeven in de Nederlandse samenleving en we helpen bij het integratieproces. De maatschappelijke veranderingen proberen wij te duiden en ook bespreekbaar te maken waarbij wij ook standpunten innemen. In Nederland zie je nu bijvoorbeeld veel echtscheidingen. Onder Hindoes komt dat ook steeds vaker voor. Dus daar maken we dan een programma over. Voor Hindoes is het moeilijk om te hertrouwen volgens de traditionele rituelen, het geloof staat dat niet toe. We proberen dan om dat met pandits (Hindoe-priesters, red.) te bespreken.”

Chander ziet een duidelijke rol weggelegd voor OHM waar het gaat om Hindoes die het minder goed hebben. “De media brengen Hindoes vaak naar buiten als een groep mensen die succesvol is ingeburgerd, maar er is ook een onderkant van die groep. Ook Hindoes hebben te maken met problemen als drugsgebruik en armoede. We werden een keer gebeld door de GG&GD met de vraag of wij pandits kennen die Hindoes met aids kunnen helpen. Daar maak je dan een programma over, je vraagt hulp en je wijst mensen zo goed mogelijk de weg.”