Home Landelijke radio ‘Provincie en Omroep Brabant begeven zich op glad ijs’

‘Provincie en Omroep Brabant begeven zich op glad ijs’

Het regionale omroep Brabant krijgt jaarlijks 11 miljoen euro subsidie van de gemeente, maar krijgt daarnaast veel meer. Zo schrijft het hoofd opinie van het Brabant Dagblad in de eigen krant. Het provinciaal bestuur van Brabant en Omroep Brabant zijn innig met elkaar verstrengeld. Ze zijn daarmee op glad ijs geraakt. Hierbij komt de onafhankelijkheid van de omroep in het geding. Het is de hoogste tijd om de relatie te herzien.

Het gaat niet om geld uit andere provinciale potten, dat op een ondoorzichtige wijze naar Omroep Brabant vloeit. De afdeling voorlichting van de provincie heeft vorig jaar desgevraagd een poging gedaan om die geldstromen in beeld brengen. Ze moest na drie weken melden dat het te ingewikkeld is om een compleet overzicht te kunnen geven. Daarom hier slechts de grote lijnen.

De provincie is van een aantal programma’s direct medefinancier. Take Care (vorig najaar op tv), het popprogramma Overstuurd en het eco-magazine Baanbrekend horen daarbij en eerder onder meer een programma rond Vitaal Grijs en Het Groene Woud.

Klap op de vuurpijl zijn de 83000 euro die Omroep Brabant van de provincie heeft gekregen om aandacht te besteden aan de statenverkiezingen. De aangeduide programma’s worden meestal gemaakt door een zelfstandig productiebedrijfje en gekocht door Omroep Brabant, dat daarmee een journalistiek keurmerk op het programma plakt. De kijker en luisteraar mogen er vanuit gaan dat het voldoet aan alle journalistieke kwaliteitsnormen.

Extra geld

Vaak legt de geldstroom een omweg af. Zo worden met subsidies van de provincie aan bij voorbeeld het Brabants Bureau voor Toerisme, de Provinciale Raad voor de Volksgezondheid of de Brabantse Ontwikkelingsmaatschappij indirect programma’s betaald. De provincie maakte verder geld over aan Omroep Brabant voor ‘informatie-technologie’ en doet twee miljoen euro in de zak van de internet-agenda Uit-in-Brabant met Omroep Brabant als belangrijke partner.

De omroep heeft geld nodig omdat de landelijke adverteerders wegblijven. De armoede is kennelijk zo hoog dat er gebedeld moet worden. Onder het motto ‘u vraagt, wij draaien’ zijn onlangs Brabantse culturele instellingen gepolst of zij willen bijdragen aan een nieuw cultuurprogramma. Vreemd, want een publieke omroep is verplicht om een aanzienlijk deel van de reguliere subsidie te besteden aan cultuur. Ze heeft er de afgelopen jaren zelfs nog extra geld van de provincie voor gehad.

“De provincie is ons goed gezind”, zei Omroep Brabant-directeur G. Bielderman onlangs in een interview. Dat is een eufemisme voor de rol van rijke suikeroom die de provincie speelt. Maar wie geld aanneemt van iemand kan erop rekenen dat er een tegenprestatie wordt verwacht. Immers, wie betaalt bepaalt.

Provinciebestuurders willen dat hun beleid op een positieve manier aan de burgers wordt gepresenteerd. De provincie moet op de kaart gezet worden. Het vervelende voor hen is dat ze daar niet veel invloed op hebben. De schrijvende pers stelt altijd weer die kritische vragen. Advertenties zetten werkt ook niet, want burgers beschouwen dat al snel als pure propaganda. Het inhuren van Omroep Brabant is dan voor de provincie een uitgelezen mogelijkheid om zich te profileren. Zij kan vooraf en niet zichtbaar voor de kijker afspraken maken over het te produceren programma. De nietsvermoedende kijkers veronderstellen dat zij met onafhankelijke journalistiek van doen hebben en dat werkt communicatief beter dan spotjes à la Postbus 51.

De bemoeienis gaat soms schaamteloos ver. Zo verbond de provincie aan een subsidie van 165.000 euro aan een project ter begeleiding van allochtone werknemers in de zorgsector de voorwaarde dat ‘medewerking verleend dient te worden aan de presentatie van het project in het televisieprogramma Baanbrekend’. De provincie vaardigde een ambtenaar af naar de adviesraad die ‘de uitzendigen evalueert en zonodig suggesties doet voor aanpassingen’. Het komt aardig in de buurt van staats-televisie.

Een overheid die zo’n beetje de eigen lijsttrekkersdebatten financiert, dat zijn geen twee maar drie stappen te ver. En een Brabantse omroep die programma’s rondom de Brabantse verkiezingen niet meer kan betalen, geeft -hoe armlastig ook- zijn budget verkeerd uit.

Dubbelrol

Het provinciaal bestuur beseft dat het balanceert op het dunne koord van de scheiding van overheid en onafhankelijke journalistiek. In 2001 zijn er spelregels opgesteld voor coproducties met Omroep Brabant: ‘Er moeten heldere afspraken bestaan ten aanzien van de coproductie waarbij de omroep journalistiek onafhankelijk functioneert’. Maar wat betekenen die mooie woorden als vervolgens tot in detail wordt beschreven waar de provincie over gaat, namelijk onder meer over de titel, de duur van de uitzending, de inbreng van de alle betrokkenen, het soort programma en het onderwerp dat ‘niet te controversieel’ mag zijn.

De overheid dient herkenbaar te zijn als afzender, aldus de notitie. Dat levert op het scherm het armoedige zinnetje ‘met dank aan de provincie Noord-Brabant’ op, of woorden van gelijke strekking.

Ook de rijksoverheid schakelt de publieke omroep in voor coproducties, maar die wereld is veel groter dan de beperktheid van de Bossche bestuurstoren. In dat ons-kent-ons-wereldje ligt belangenverstrengeling op de loer. Het Rijk heeft bovendien niet als taak om toezicht te houden op de goede besteding van de elf miljoen euro gemeenschapsgeld. Het is al moeilijk genoeg om dat laatste op een evenwichtige en onafhankelijke wijze te doen. Veelzeggend is dat de koepelorganisatie van de regionale omroepen (ROOS) de dubbelrol van toezichthouder en coproducent uit den boze vindt.

De provincie moet binnenkort een nieuw meerjarig subsidiebesluit nemen en wil dat onderbouwen met een provinciale medianota, waarvan de aanzet al een paar maanden ligt te wachten in een bureaula van het Provinciaal Opbouworgaan in Tilburg. Is de materie te gevoelig om vóór de verkiezingen werk van te maken? De medianota is een goede gelegenheid om de relatie met Omroep Brabant te herzien. De Mediawet biedt de mogelijkheid om zelf zendtijd te claimen bij de regionale omroepen. De provincie kan zelfs een eigen sub-zendertje oprichten met een eigen naam en eigen doelstellingen. Noem het ‘Brabantlaan 1’ en breng er alle door de provincie gefinancierde uitzendingen onder. Als dan commissaris van de Koningin Houben in beeld komt, weet de kijker dat hij zijn woorden zelf heeft betaald.

Of verhoog eventueel het algemene budget voor onafhankelijke journalistiek zonder coproducties. Dat is wel zo zuiver. Maak van Omroep Brabant geen publieke vrouw die zichzelf moet verkopen om rond te kunnen komen.