De Nederlandse Publieke Omroep (NPO) krijgt een grotere rol. Die moet gaan coördineren wie op welk moment zendtijd krijgt. Daarnaast kunnen externe partijen zendtijd krijgen. "Makers en producenten kunnen hun voorstellen bij de NPO indienen, op eigen initiatief of op verzoek van de NPO (bijvoorbeeld met een tender)." Hoe dit precies moet gaan werken moet de NPO zelf uitwerken. De helft van het programmabudget staat open voor competitie.
Daarnaast wil de staatssecretaris ook dat de publieke omroep op alle platformen actief is. "Om zijn publieke taak uit te kunnen oefenen moet het aanbod daar zijn waar het publiek is en waar het publiek zich naartoe beweegt. Dit is in toenemende mate het internet en on demand-aanbod, zeker bij het jongere publiek en rond evenementen en festivals in de samenleving, zoals Serious Request, de Uitmarkt of Lowlands."
Daarom wil Dekker dat programma's niet alleen voor radio en tv worden gemaakt, maar ook specifiek om in on demand-omgeving aan te bieden. "Het vraagt, per programma en per doelgroep, constant een afweging over de juiste distributiemethode." Dat dit marktverstorend werkt voor commerciële partijen wijst hij van de hand. "Ik vind dat de publieke omroep vooral marktversterkend moet zijn. Dat kan wanneer het aanbod onderscheidend is en innovaties tot stand komen die een marktpartij (nog) niet voor zijn rekening kan nemen."
In de brief staan weinig punten over de publieke radio. Het grootste deel van de visie gaat over televisie en is onderdeel van een bezuinigingsoperatie. Vanaf 2016 moet de publieke omroep 50 miljoen euro bezuinigen. Dat komt bovenop de eerdere bezuiniging van 200 miljoen die momenteel wordt doorgevoerd.