Het aantal lokale omroepen in Nederland zal de komende jaren fors dalen. Staatssecretaris Uslu (Media) wil af van de grofweg 240 lokale omroepen en toe naar zo’n tachtig grotere streekomroepen. “Voor het inrichten van een goede publieke lokale journalistieke functie is het niet realistisch alle circa 240 bestaande lokale omroepen in stand te houden”, schrijft de staatssecretaris vandaag aan de Tweede Kamer.

Over de vorming van streekomroepen wordt al sinds 2016 gesproken, maar in veel regio’s komen samenwerkingen tussen lokale omroepen maar moeilijk van de grond. Volgens Uslu is schaalvergroting pure noodzaak. “Ik werk toe naar bredere omroeporganisaties die een groter verzorgingsgebied zullen bedienen, vaak groter dan één gemeente. Dat betekent dat het aantal lokale omroepen zal afnemen.”

De vrijblijvendheid is er straks af voor de lokale omroepen. Een van de belangrijkste wijzigingen is dat omroepen een zwaardere procedure moeten doorlopen om een aanwijzing als lokale publieke omroep te krijgen. Per verzorgingsgebied is er in het nieuwe bestel straks één lokale publieke omroep. Samen bedienen de circa tachtig lokale publieke omroepen dan alle buurten, dorpen en steden van het land.

Subsidie

De financiële positie van veel lokale omroepen is al jaren wankel. De omroepen hebben nu nog recht op een vast bedrag per inwoner van de gemeente waarin zij actief zijn. Veel gemeenten geven de laatste jaren echter een lagere bijdrage dan de richtlijnen aangeven. Staatssecretaris Uslu noemt dat zorgelijk. Eerder maakte ze al bekend dat straks niet meer gemeenten, maar het Rijk over de subsidiebijdragen van lokale omroepen gaan.

Uslu wil daarnaast zestien miljoen euro per jaar uittrekken om de basis van de lokale omroepen te verstevigen. “Ik zie dit als een forse stap naar het steeds verder versterken van hun journalistieke taken”, schrijft ze.

Dat lokale omroepen nu moéten gaan samenwerken, zorgt volgens haar ook voor een professionaliseringsslag. “Daardoor kunnen zij zich journalistiek onafhankelijker opstellen ten opzichte van de gemeente(n) dan in de huidige situatie.”

Foto: Pixabay